Halogeenlampen

Halogeenlampen zijn warmtestralers en werken op dezelfde manier als gloeilampen. Ze hebben ook een gloeidraad binnenin, die gaat gloeien door energie wanneer er stroom doorheen loopt en dan licht uitstraalt. Het verschil is het halogeen in halogeenlampen, dat hun levensduur aanzienlijk verlengt in vergelijking met gloeilampen.

De halogenen zijn kleine deeltjes die de uit de gloeidraad uitgeworpen deeltjes, bekend als verdampte wolfraamatomen, opvangen en terugvoeren naar de gloeidraad. Dit verlengt uiteindelijk de lichtopbrengst en levensduur. Deze manier van werken van halogeenlampen staat bekend als de halogeencyclus.

Er zijn hoogspannings- en laagspanningshalogeenlampen te koop, waarbij de eerste geschikt zijn voor de normale netspanning van 230 volt en de tweede alleen op 12 volt werken. Laagspanningshalogeenlampen hebben daarom een transformator nodig die de spanning verlaagt. Daarnaast zijn de lampen van beide varianten vaak voorzien van een infraroodreflecterende coating (ook wel IR-coating genoemd), zodat de warmtestraling van de gloeidraad kan worden teruggeleid naar de draad, waardoor energie wordt bespaard.

Net als gloeilampen worden hoogspanningshalogeenlampen met gericht licht en een efficiëntieklasse lager dan B nu ook uit de handel genomen in overeenstemming met Verordening nr. 244/2009 "Eisen inzake ecologisch ontwerp voor niet-gerichte lampen voor huishoudelijk gebruik". Deze maatregel en de verordening zijn bedoeld om het milieu te beschermen en energie te besparen.