Constante lichtregeling

Constante lichtregeling wordt gebruikt om het verlichtingsniveau of de verlichtingssterkte in een kamer altijd precies constant te houden. Als het bijvoorbeeld een zonnige dag is en er veel licht door de ramen schijnt, wordt het kunstlicht gedimd. Als het daarentegen buiten al donker is en er maar een beetje zonlicht de kamer binnenkomt, worden de lampen binnen weer feller gezet zodat het licht de hele dag constant blijft.

De constante lichtregeling werkt dan met behulp van sensoren en aanwezigheidsdetectoren, die voortdurend een vergelijking maken tussen het werkelijke licht en het doel en het kunstlicht automatisch aanpassen als dat nodig is. Ze meten zowel het binnenvallende daglicht als de verlichting in de ruimte - zodat de armaturen niet altijd op het hoogste niveau hoeven te werken. De sensoren moeten zo worden geplaatst dat ze het licht ver van het raam detecteren, zelfs in zeer diepe kamers, en dat de lampen in het midden van de kamer dienovereenkomstig meer helderheid bieden dan de lampen direct bij het raam. Het licht wordt dan meestal aangepast met een ingebouwde dimmer.

Dit type constante lichtregeling wordt vaak gebruikt in commerciële en kantoorgebouwen, omdat het niet alleen zorgt voor een constant lichtniveau voor werknemers, maar ook veel energie kan besparen.